Scheikunde

Wie kan zonder verstand van scheikundige reacties suiker, zout, drop, chocola, rubber, plastic, glas, benzine, make-up, deo, verf, graffiti, cd’s, glas, sportschoenen, gel of haarlak maken?

Een wereld zonder scheikunde? Dat is onmogelijk.

Scheikunde of chemie is een natuurwetenschap die zich richt op de studie van samenstelling en bouw van stoffen, de chemische veranderingen die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden, en de wetmatigheden die daaruit te destilleren zijn. Scheikundigen bestuderen op het voor ons onzichtbare microniveau de bouwstenen van stoffen (moleculen, atomen, ionen) om stofeigenschappen op het voor ons waarneembare macroniveau te kunnen verklaren. En omgekeerd proberen scheikundigen met die kennis nieuwe materialen met specifieke eigenschappen voor allerlei toepassingen (medicijnen, smartphones, ruimtevaart, etc.) te maken.

Bij het vak scheikunde proberen we de dingen om ons heen (de macrowereld) te verklaren met theoretische modellen van deeltjes op moleculair of atomair niveau (de microwereld). Soms onderzoeken we stoffen en reacties met experimenten in de les.

Scheikunde is sterk verwant met de biologie en de natuurkunde. In de onderbouw start het vak in leerjaar 3. In de bovenbouw zit scheikunde in het verplichte profieldeel van het profiel N&T en N&G. Scheikunde is verplicht als je in de bovenbouw biologie wilt kiezen.


Benodigdheden

  • Scheikundeboek, schrift, schrijfmateriaal, rekenmachine met wetenschappelijke notatie (een grafische rekenmachine mag niet!), Binas tabellenboek (alleen in bovenbouw).
  • Leerjaar 3: Wat je in de voorafgaande klassen geleerd hebt bij wiskunde en natuurkunde moet je nog kennen. Dit geldt vooral voor machten, verhoudingen, elektriciteit, dichtheid.

Tips voor het vak/leren

  • Je leert meer door (veel) te oefenen met opgaven dan door samenvattingen te maken. Oefen vooral met de opgaven met een bommetje, de opgaven van de toepassing (laatste paragraaf van elk hoofdstuk) en het voorbeeldproefwerk. Laat het uitwerkingenboek met rust.
  • Scheikunde is meer een toepassingsvak (doe-vak) dan een leervak. Toch moet je soms dingen uit je hoofd leren, zoals: de namen en symbolen van atoomsoorten en ionen (met lading), de namen en formules van enkele moleculen, de namen van scheidingsmethoden en hun werkingsprincipes, de namen van soorten reacties en waaraan je deze kunt herkennen.
  • Een nieuw hoofdstuk borduurt altijd voort op vorige hoofdstukken. Dus kennis en vaardigheden uit vorige hoofdstukken heb je altijd nodig.
  • Zorg ervoor dat je wat je waar kunt vinden in BiNaS. Dat scheelt een hoop tijd.
  • Altijd terugkerende vaardigheden die je moet beheersen zijn: chemisch rekenen, molecuul- en structuurformules van stoffen opstellen, kloppende reactievergelijkingen opstellen, verbanden leggen tussen micro- en macroniveau.
  • En natuurlijk de algemene tips die voor elk vak gelden: maak aantekeningen tijdens de les in je schrift, stel vragen tijdens de les, maak en leer je huiswerk.